WIST JE DAT ?
WIST JE DAT de Kwartelstraat is vernoemd naar de kwartel.
De kwartel (Coturnix coturnix) is een vogel uit de familie van de fazantachtigen (Phasianidae) en de enige trekvogel uit de orde der hoendervogels.
De kwartel is een schuwe en gedrongen vogel, circa 17 centimeter en 100 tot 150 gram, met korte staart en relatief grote vleugels. Hij verbergt zich vaak en vliegt zelden op. Hij is aardekleurig en bruingestreept met een witte oogstreep. Op de rug vormen langere lengtestrepen twee duidelijke banden. Het mannetje heeft een donkerder kop dan het vrouwtje en is iets groter.
De tweede helft van mei tot juni worden zeven tot veertien bruingevlekte, geelachtige eitjes in een grondnest gelegd. De hen broedt zeventien dagen alleen. Ze voert de jongen alleen. De jongen kunnen na twee dagen vliegen. In gevangenschap kunnen de jongen, uitgebroed in broedmachines, vanaf de eerste dag zelfstandig eten.
De vogel voedt zich met al wat op de grond te vinden valt: insecten zoals meelwormen, en groenvoer zoals gras en zaden. Buiten de trek vliegt de kwartel weinig en stuntelig. Wanneer hij tussen de begroeiing betrapt wordt, zal hij zich voor dood tegen de grond drukken, weglopen al of niet zonder eerst te zijn opgesprongen en pas in uitzonderlijke gevallen wegvliegen.
De kwartel zingt niet echt, hij slaat. De mannetjes produceren midden in de zomer een karakteristiek en krachtig kwik-me-dit om hun territorium af te bakenen. De vrouwtjes roepen een lager "priet, priet".
De kwartel is een echte trekvogel die broedt in het grootste deel van Europa, behalve Scandinavië, en in Azië. Hij verbergt zich bij voorkeur in erwten-, graan-, hooi-, klaver, luzerne en onkruidvelden in moerasgebieden.